Door onze entertainmentredactie
N. was een prominente figuur in de Amsterdamse modewereld, die bij Moam jong talent koppelde aan bekende ontwerpers. Hij kwam in opspraak, nadat 28 mannen hem in 2021 in NRC en Het Parool hadden beschuldigd van gewelddadig en seksueel grensoverschrijdend gedrag. In januari 2022 hield de politie hem aan. N. mocht zijn proces in vrijheid afwachten.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft negen aangiftes van zedenfeiten – gepleegd tussen 2011 en 2021 – op de aanklacht gezet. Volgens de officier van justitie ondersteunen de aangiftes elkaar en zijn ze over en weer bruikbaar voor het bewijs. N. zou telkens op min of meer dezelfde manier te werk zijn gegaan. Hij zou vooral via sociale media contact hebben gezocht met veelal jonge, seksueel onervaren jongens van buiten zijn woonplaats Amsterdam.
Volgens de verklaringen sprak N. meestal bij hem thuis met ze af, waarbij hij hen overrompelde met seksuele avances die uitmondden in ruw en dominant seksueel gedrag. De jongens keken naar eigen zeggen tegen hem op en durfden zich vaak niet te verzetten.
Martijn N. toont volgens OM geen berouw
Volgens de officier heeft N. “zijn eigen normen en waarden” gecreëerd. “Ik misbruik jongens niet, ik gebruik ze”, zo heeft hij verklaard. Het OM ziet dat anders: N. heeft misbruik gemaakt van zijn positie. “Ook in de wereld van de verdachte is het Wetboek van Strafrecht van toepassing.” Het wordt hem door de officier van justitie ook aangerekend dat hij geen berouw toont naar de vermeende slachtoffers. Enkelen van hen maakten gebruik van hun spreekrecht.
De poging tot zware mishandeling zou in 2015 in de Zweedse hoofdstad Stockholm hebben plaatsgevonden. N. kreeg daar ruzie met een vriend, meldt RTL Boulevard. Hij zou hem tegen de grond hebben geduwd en met zijn hoofd tegen de grond hebben geslagen. Zelf zegt N. dat het niets meer was dan een “dronkemansworsteling”, schrijft de Volkskrant.
Woensdag is de laatste zittingsdag in de zaak en dan komt de verdediging van Martijn N. aan het woord. De rechter doet op 23 oktober uitspraak in de zaak.